Ik ben een zeer sporadische whiskydrinker en ga met twee hypotheses naar het Whiskyfestival Noord-Nederland. 1) Het publiek bestaat uit oubollige mannen in corduroy of ongewassen headbangers in Jack Daniel’s T-shirts. 2) De eerste whisky kun je je beter herinneren dan de laatste. De eerste hypothese blijkt niet te kloppen, de tweede helaas wel.
Het ontvangst in de Der Aa-kerk is nog vrij clichématig. Een doedelzakspeler verwelkomt de groep festivalgangers die in de lange rij aansluiten. Eenmaal binnen blijkt het om een relatief chique aangelegenheid te gaan, een groots opgezette progressieve herenclub waar vrouwen ook welkom zijn. Het publiek is gemêleerd, veel oudere kenners maar ook, zoals een voorbijganger het mooi samenvatte: “Jonge jongens met oud geld.” Jack Daniel’s is in geen velden of wegen te bekennen, want bij een whiskyfestival proef je fatsoenlijke waar.
We beginnen maar gewoon bij de eerste stand. Het wordt meteen duidelijk dat de standhouders kennis van hun product hebben en niet voor deze paar dagen zijn ingehuurd om de kraampjes te bemannen. Als whisky-broekie vraag ik bij The Black Grouse om de mildere variant, The Naked Grouse. Mijn mede-festivalganger laat zijn oog op de uitslover vallen, The Black Grouse Alpha. De naam zegt genoeg.
Tijdens een rondje door de kerk stop ik bij een wijvenwhisky: Black Velvet Caramel. Het smaakt naar een goedkope mierzoete likeur. De standhouder vertelt dat deze soort de naam whisky eigenlijk niet mag dragen. In Nederland moet het alcoholpercentage namelijk minstens 40% zijn om een whisky te heten, maar landen als Amerika en Canada hebben een andere wetgeving waardoor je makkelijk gefopt kan worden door een etiket. De ‘whisky’ is een stuk beter te verdragen als hij wordt aangelengd met Black Velvet Classic, 40%.
De standhouder van Black Velvet heeft onze glaasjes goed volgegoten, een fout waar we bij Glenfiddich op worden aangesproken. “Zo kun je toch amper wat proeven, na drie van zulke bellen ben je volslagen lazarus!” Hij sommeert ons de glazen leeg te gooien, iets wat we in een vlaag van verstandsverbijstering gehoorzaam doen. Vervolgens schenkt de dominante Glenfiddich-houder een drupje 14 jaar oude rich oak in. Veel beter, vindt hij zelf. Geen fluit aan, vinden wij.
Een terugkerend gespreksonderwerp bij whisky is rokerig versus niet-rokerig. Bij Benriach kom ik erachter dat ik niet van rokerig ben gediend. We vergelijken twee leeftijden: 8 en 25 jaar. De eerste is goedkoper en prima te drinken. Bij de oudste, duurste en schijnbaar beste krijg je echter het gevoel dat je op een niet-aangestoken sigaar hebt gekauwd. Hetzelfde gaat op voor merken als Ardbeg en Smokey Joe. Brrr.
Het is raadzaam om voor een whiskyfestival een bodem te leggen. Heb je dit onderschat, dan is er tijdens het festival genoeg te proeven. Whisky blijkt goed samen te gaan met pure chocolade en kaas. We proeven een bonbon met Bowmore-whisky en een Engels kaasplankje met blauwe kazen.
De absolute smaakmaker van het festival is de Vlaamse Inge Lanckacker. Deze chef zonder keuken mengt zowel hartige gerechten als desserts met whisky. Het is een feest om regelmatig bij haar langs te lopen en de culinaire kunstwerkjes te bewonderen. Ik proef een macaron met chocolademousse, die door de whisky een prettige sterke bijsmaak heeft.
Bij Macallan vinden we onze favoriete whisky. Ik voel me bijna een kenner als ik zeg dat Macallan me bekend in de oren klinkt, totdat mijn festivalgenoot me erop wijst dat dit waarschijnlijk met de acteur Ian McKellen te maken heeft… Macallan verkoopt drie whisky’s: amber, sienna en ruby. Waar amber licht en fruitig is en ruby duister en sterk, heeft sienna de perfecte balans tussen de twee.
Rond half vijf wordt omgeroepen dat het schenken bijna is afgelopen. Ik ben enigszins wegwijs gemaakt in de wereld van de whisky. In de kroeg kan ik nu zelfverzekerd tegen de barman of -vrouw zeggen dat ik geen rokerige whisky blief, om vervolgens te vragen of ze misschien een Macallan hebben staan. Anders is een Aberlour of Naked Grouse ook goed. En Jack Daniel’s? Nee zeg, voor zo’n slobberwhisky moet je je neus ophalen.
We besluiten nog één sienna te nemen. Het festival nadert zijn einde, maar de bezoekers gedragen zich nog beschaafd. Geschreeuw noch geduw, deze whisky-bijeenkomst heeft klasse. Als je goed kijkt verraden de innemers zich toch: met lodderige oogjes lopen ze de regenachtige namiddag in.