Na drie maanden thuisblijven, thuiswerken, thuis koken en thuis laten bezorgen, kunnen we nu weer uit eten en op terrasjes zitten. Hoe gaat dat er aan toe? De Smaak van Stad ging meteen maar bij twee restaurants dineren.
We gaan niet overdrijven; drie maanden wat minder (sociale) activiteiten was prima te doen en in een échte lockdown hebben we natuurlijk nooit gezeten. Maar o, wat zijn we blij voor de horecamensen die weer aan het werk mogen én voor onszelf, omdat we onze grootste hobby weer kunnen oppakken.
Het is even wennen, uit eten gaan op afstand. En ja, ook best wel spannend. Als je gewend bent andere mensen zoveel mogelijk te ontwijken en zo min mogelijk dingen aan te raken die anderen ook aanraken, voelt uit eten gaan een beetje tegenstrijdig. Zo’n wereldwijde pandemie heeft ons toch een beetje paranoïde gemaakt.
Maar we doen het toch, want niet alleen hebben we zin in socialiseren, we zijn ook benieuwd: hoe ziet uit eten gaan op afstand er eigenlijk uit? Dus gaan we op dinsdagavond bij twee restaurants eten: Carleen bij Florentin op het Ebbingeterrein en Saskia bij Grand Café 2Jongens aan het Damsterdiep.
Bij Florentin kunnen we van tevoren in een protocol op hun website al lezen welke voorzorgsmaatregelen zijn genomen. Zo lezen we onder andere dat er looproutes zijn aangebracht met markeringen, dat het bedienend personeel handschoentjes draagt, dat jassen niet worden aangenomen en dat er met verlichting in het restaurant wordt aangegeven of de toiletten bezet zijn of niet.
Als we aankomen wordt ons kort gevraagd of we gezond zijn en mogen we onze handen desinfecteren met een van de vele pompjes die door het restaurant verspreid staan. We mogen plaatsnemen op het terras, waar plaats is voor vijftig mensen. De tafeltjes staan allemaal netjes uit elkaar en we zijn blij dat we buiten kunnen zitten, want daar voelen we ons toch comfortabeler dan in een afgesloten ruimte met allemaal andere mensen.
Binnen zien we grote stickers op de grond die de looproute naar buiten en naar de toiletten aangeven. Ze zijn speciaal ontworpen voor Florentin, met zijn door Tel Aviv geïnspireerde menu: de anderhalve meter wordt er in aantallen kikkererwten geteld.
Emile Bos, samen met Tom Bullinga eigenaar van het restaurant, vertelt dat ze op de eerste dag strikt anderhalve meter afstand hielden. Gerechten en drankjes werden op een plateau gezet, waar de gasten ze vervolgens zelf af mochten halen. Nu, op dag 2, mogen de gasten zelf aangeven of het bedienend personeel bij de tafel mag komen of dat ze liever op afstand bediend willen worden. Een beetje op basis van wederzijds vertrouwen dus. Zo is de sfeer wat minder steriel en het valt ook binnen de voorschriften van het RIVM.
Het is eerst even wennen, alsof je echt even uit je comfort zone van de afgelopen maanden bent gestapt, maar na een tijdje merken we dat het even lijkt alsof corona er niet meer is. Alsof de wereld weer normaal is. De sfeer is gemoedelijk, het eten is lekker en we kletsen met andere mensen aan het tafeltje naast ons.
Het restaurant heeft de kaart wat aangepast voor de heropening. Normaal gesproken kun je kiezen voor een proeverij van vijf gangen, die is nu teruggebracht naar drie om het aantal contactmomenten te minimaliseren.
Een van de signature dishes van Florentin is het balagan-dessert, waarbij van de tafel één groot eetbaar kunstwerk wordt gemaakt. Maar ja, dat is lastig op anderhalve meter. Dus mogen gasten nu zelf aan de slag met bakjes vol lekkers, lepeltjes, tangetjes en een limoenschaaf.
De jongens van Florentin hebben een filmpje opgenomen waarin ze laten zien hoe je het toetje maakt en die kun je bekijken via een QR-code. Het is op deze dinsdagavond even een probeersel en wij zijn een van de eerste die dit zelf doen, maar we vinden het geweldig. Zelf knoeien met eten en het dan ook nog op mogen eten.
Ook mede-eigenaar Arjen Kaptein geniet op zijn eigen terras van de zon. Hij is maar wat opgelucht dat zijn restaurants – aan het Schuitendiep zit het kleinere 2 Jongens uit Groningen – weer open kunnen. ,,De afgelopen maanden waren een mokerslag. Ontzettend stressvol, en nog steeds trouwens. Want je draait nu misschien 30 of 40 procent van je normale omzet. Laat het hier eens 50 procent zijn, dan ben je al blij.”
En dan prijst hij zich nog eens extra gelukkig dat hij en zakenpartner Martin Rudolphie sinds eind vorig jaar het grand café erbij hebben: hier kun je een flink terras voor de deur kwijt. De buitenruimte aan het Schuitendiep was altijd al krap bemeten, maar met het nieuwe coronabeleid van de gemeente – 3,5 meter ruimte voor voetgangers – kunnen er helemaal nauwelijks nog tafels staan. En dat wreekt zich, met het mooie weer van de laatste dagen. ,,Over het aantal gasten hier aan het Damsterdiep waren we wel tevreden, maar in onze andere zaak was het minder”, zegt Kaptein.
Als gast merk je hier eigenlijk weinig van alle regeltjes die er nu bij horen als je uit eten gaat. De tafels staan verder uit elkaar en we moeten een formuliertje invullen met de verplichte checklist van vragen over onze gezondheid, maar dat is het dan ook wel. Het scheelt natuurlijk dat we buiten zitten: binnen valt het vast meer op dat er aanpassingen zijn gedaan. Maar nu kunnen we net doen alsof er niets aan de hand is.
Voor onze gastheer ligt dat anders. Omdat het grand café minder mensen kan ontvangen, is de kaart iets verkleind – zo kun je efficiënter inkopen. En in de keuken werkt het personeel uit de Sportsbar op Zernike nu als afwasser. Omdat de universiteitsgebouwen tot september dicht zijn, is er voor Kaptein en Rudolphie geen reden om hun derde zaak open te gooien.
Wel zijn ze deze week een bezorgservice gestart, 2Jongens Thuis. Vroeger tijden zullen niet snel terugkeren, vreest Kaptein. Collega-ondernemers in de stad hebben de afgelopen maanden al diverse restaurants van de hand gedaan, weet hij, om de kosten maar te drukken. ,,Wij zullen er wel doorheen komen, maar het is wel een uitdaging. Je moet creatief zijn.”