In Singapore is eten een serieuze zaak. Niet voor niets is het mantra hier ‘don’t waste your calories’, oftewel: als je iets eet, moet het wel lekker zijn. Wat moet je als foodie weten voor je een bezoek brengt aan de stadstaat?
Singaporezen staan rustig een uur in de rij voor de lunch
Door de hele stad vind je hawker centres, een overdekte verzameling eetstalletjes waar je gerechten uit heel Azië kunt krijgen (plus ‘authentic European food’). Geen idee welk kraampje te kiezen? Sluit dan gewoon aan in de langste rij: Singaporezen vinden het doodnormaal om een uur te wachten op de perfecte chicken rice van dat ene stalletje, terwijl er nog drie andere stalletjes zijn die hetzelfde gerecht verkopen waar geen rij staat. Maar welk stalletje je ook kiest, slecht is het eten nooit. De Singaporese overheid stelt daarnaast hoge eisen aan voedselveiligheid, dus je hoeft ook niet bang te zijn dat je ziek wordt.
Een leuk hawker centre waar je tussen de locals zit vind je op Maxwell Road in Chinatown. Hier stond de langste rij altijd voor Tian Tian, verkoper van het nationale comfort food chicken rice. Tot de kok na een ruzie ontslagen werd en hij vier stalletjes verderop zijn eigen zaak begon, Ah Tian. De rij verhuisde met hem mee.
Je kunt je lunch of diner bij allemaal verschillende stalletjes samenstellen en daarna opeten aan een van de vele tafeltjes voor algemeen gebruik. Is het druk, dan bezet je voor je in de rij gaat staan een zitplaats door een pakje zakdoekjes of iets dergelijks neer te leggen op tafel.
In Singapore heb je geen eetcafés
In Singapore ga je uit eten of uit drinken. Een combinatie van de twee, zoals in Nederlandse eetcafés, kom je hier niet tegen. Wil je goedkoop en snel, dan ga je naar een hawker centre, heb je meer te besteden en wil je er een avondje van maken, dan ga je naar een restaurant. Maar er is nog een derde optie die het meest in de buurt komt van een eetcafé: de food courts in de vele winkelcentra die Singapore telt.
Eigenlijk zijn de food courts (je vindt ze meestal in de kelder) een hele verzameling eetcafeetjes bij elkaar. Elk heeft zijn eigen zitgedeelte, een redelijk uitgebreide kaart inclusief alcoholische drankjes en ook de prijzen zijn vergelijkbaar met wat je in een Nederlands eetcafé zou betalen. Daarnaast zijn er in het food court ook zaken waar je eten to go kunt krijgen, maar dat zijn vooral ijsjes en smoothies of zoetigheid voor thuis, want eten op straat, dat doet een Singaporees niet.
De Singaporees leest ook graag over eten
Duik je in Singapore een boekwinkel in, dan kom je opvallend veel boeken tegen over eten. Kookboeken natuurlijk, maar ook verhandelingen over waar je eten vandaan komt, bespiegelingen over wijn en reisverhalen over restaurants. Het is misschien verstandig om de titels te noteren voor thuis, want het zijn veelal Engelse en Amerikaanse boeken die je in Nederland ook kunt bestellen. Boeken zijn namelijk duur in Singapore. Wat ons bij het laatste punt brengt:
Leven als een foodie is niet goedkoop in Singapore
Dat is overigens niet helemaal waar: als je je beperkt tot de hawker centres kun je spotgoedkoop eten. Voor 3 of 4 dollar heb je daar een lunch of diner. Maar verder is Singapore niet ingesteld op mensen die weinig te besteden hebben: voor een stuk chocoladetaart in een hippe taartenwinkel betaalde ik dik 11 euro. Het was erg lekkere taart, dat dan weer wel. Voor een sapje betaal je 4 euro, voor een glas huiswijn 8 euro of meer. Maar, en dat is het verschil met andere steden waar je de hoofdprijs betaalt: je krijgt in Singapore wel waar voor je geld. Niet voor niets zeggen ze hier ‘don’t waste your calories’: als je iets eet, moet het ook lekker zijn.
De video bovenaan de pagina is van The Guardian.